Op 7 juni 2021 bepaalde de gemeenteraad dat Diftar + een goede stap is richting circulaire economie. Sindsdien zijn er voorbereidingen getroffen om tot invoering over te gaan. In de gemeenteraadsvergadering van 29 januari 2024 is besloten ook daadwerkelijk te starten met deze wijze van inzameling.
Het doel is om geen afval meer te verbranden maar als grondstof opnieuw te gebruiken. Ons restafval bestaat nu nog voor een groot deel uit herbruikbare grondstoffen.
Het doel is om geen afval meer te verbranden maar als grondstof opnieuw te gebruiken. Ons
restafval bestaat nu nog voor een groot deel uit herbruikbare grondstoffen. Zoals etensresten, groente-, fruit-en tuinafval (GFT), papier en glas. Dit hoort daar niet thuis. Door deze grondstoffen beter te scheiden, vermindert de hoeveelheid restafval en daarom is besloten om diftar+ in te voeren.
Diftar+ helpt om de hoeveelheid restafval te verminderen. Dat is nodig omdat nog veel restafval wordt
verbrand. Het verbranden van restafval is slecht voor het milieu. Daarnaast blijven de kosten voor het
verbranden maar stijgen door de verbrandingsbelasting. Als de gemeente geen maatregelen tegen de
hoeveelheid restafval neemt, wordt het verwerken van afval duurder voor iedereen. Onder invloed van o.a. de huidige marktontwikkelingen nemen de kosten voor afval hoe dan ook aanzienlijk toe. Met diftar+ heb je zélf invloed op hoeveel je betaalt voor je afval. Je betaalt niet langer één vast bedrag. Je betaalt met diftar+ namelijk een lager vast basisbedrag én een variabel tarief per kilo restafval die je aanbiedt. Hoe minder afval je hebt, hoe minder je dus betaalt.
1 januari 2025 wordt gestart met deze nieuwe manier van afvalinzameling en verwerking. Het eerste jaar zal voor de inwoners een proefjaar zijn, waarbij men kan ervaren hoe men invloed heeft op de prijs. Tot nu toe bungelde Weststellingwerf onderaan het lijstje van scheiding van afval en zorgden we voor 200kg restafval per jaar per inwoner. Heerenveen, een gemeente waar Diftar is ingevoerd, biedt nauwelijks meer dan 100 kg per inwoner per jaar aan. Het principe is de vervuiler betaalt. Dus hoe meer restafval je aanbiedt, hoe meer het kost. Dit is niet alleen sociaal, maar ook duurzaam. Hiervoor geldt meestal de 80-20 regel, dat dit voor 80% inderdaad zo het geval is, maar er ook een groep is die de voordelen niet ervaart. In de loop van het jaar zal bekeken worden hoe die groep eruit ziet en op welke wijze er compensatiemaatregelen getroffen kunnen worden.